Noem twee aspecten waarbij de interactie tussen genetica ('maturation') en omgeving duidelijk te zien zijn bij kinderen.

    • lopen. Het kind moet verschillende stadia door voordat het kan lopen. Eerste omrollen, dan zitten, staan, kruipen en uiteindelijk lopen. Dit programma ligt vast in onze genen. De omgeving kan echter wel het tijdstip van lopen beinvloeden. Wanneer ouders veel oefenen kan het kind al eerder gaan lopen. 
    • praten. Om te praten moeten de kinderen ook een vast patroon doorlopen. Wanneer er meer verbale interactie is met het kind gaan ze eerder praten. 

    Rapporteer Plaats commentaar