Noem twee argumenten tegen de stelling dat er een dubbele dissociatie is tussen gezichten en objecten

- Gezichtsherkenning in een binnen categorie discriminatie en object herkenning een tussen categorie discriminatie.
Er vindt eerst herkenning van categorie plaats en later pas identiteit van een gezicht. Dus herkenning categorie en herkenning identiteit zijn twee aparte mechanismes.
In een onderzoek werden verschillende brillen met verschillende gezichten herkend. De resultaten lieten zien dat gezichten nog steeds beter herkend worden ook al was het binnen/tussen probleem opgelost. 
(FFA gewoon actief bij expertise? Nee, want boeren die prosopagnosie hadden konden nog wel hun schapen herkennen maar niet gezichten.) 

- Delen v.s. gehelen observeren.
Herkenning d.m.v. delen (objecten) versus herkenning d.m.v. gehelen (gezichten).
"Mustache effect": een snor definieert niet een gezicht want als iemand met een snor deze weg scheert is de persoon nog wel herkenbaar. 
"Composite effect": gezichten zijn makkelijker te herkennen als ze geen samengevoegde delen van verschillende gezichten zijn maar losse delen.