Noem tenminste 3 van de 6 bronnen van het staatsrecht
1. Het statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden Regelt de organisatie en onderlinge verhoudingen en samenwerkingen tussen NL en overzeese gedeelte van het Koninkrijk. VB: Art. 23 Statuut. Stelt dat de rechtsmacht van de HR der Nederlanden ten aanzien van rechtszaken in de overzeese delen wordt geregeld bij Rijkswet.
2. De Grondwet Regelt de inrichting en het functioneren van de staat, staatsorganen en de verdeling van staatsmacht. VB: Art. 42 lid 1 GW. De regering wordt gevormd door de Koning en ministers.
3. Organieke wetten Als Grondwet bepaald dat iets naders geregeld moet worden in een wet in formele zin, dan spreken we van organieke wet. VB: Provincie- en gemeentewet zijn wetten waarin ambten, staatsinrichtingen worden ingesteld zoals kies- en gemeentewet etc.
4. Gewoonterecht Ongeschreven regels. VB: Minister Blok stapt op omdat de meerderheid hem niet meer wilt.
5. Verdragen en Europees recht Overeenkomst gelosten tussen staten en internationale organisaties. VB:EU-verdrag, Verdrag van Schengen, EVRM, BUPO
6. Jurisprudentie Uitspraken van rechters waarin bestaande rechtsregels worden verduidelijkt en toegepast in concreet geval. VB: Interpretatiemethode: Naturalisatiebesluit van HR 11 nov 2005