Noem onderzoeken waarmee je kan onderzoeken of dyslexie genetisch is.

    • Familie onderzoek: Families worden geworven, stambomen gemaakt, hoe vaak komt het nou voor in de families. Dit is een beschrijvend statistisch onderzoek.
    • Tweelingenonderzoek:Genetische opmaak is dezelfde; allebei dezelfde problemen laten zien, dan is de genetische factor echt duidelijk (eeneiige tweelingen). Op deze manier houd je de omgevingsinvloeden zo klein mogelijk. Wanneer het vaker voorkomt bij eeneiige tweelingen dan bij twee-eiige tweelingen, dan is het een soort 'extra check'. Je weet dan zeker dat het genetisch bepaald is. 
    • Koppelingsonderzoek: Onderzoek door klinische genetici. DNA codeert voor bepaalde eiwitten. Deze eiwitten hebben veel invloed op de ontwikkeling van lichaam en hersenen. In het DNA zitten ook delen die nergens voor coderen; zorgen niet dat er bepaalde eiwitten worden aangemaakt. Deze eiwitten noemen ze ‘markers’/’merkers’. Hierdoor kan je onderzoeken hoe deze structuur is in families.Deze merkers liggen dan in de buurt van een bepaald gen. Plaatsen op chromosoom; 2,3,6,15,18, (1,11?) Chromosoom 6 en 15 worden het meest gevonden; dus subtiele afwijkingen die dyslexie kunnen veroorzaken. Dit kan ook te maken hebben met bepaalde volkeren; dat bij het ene volk een ander chromosoom erbij betrokken is dan bij het andere volk. 

    Rapporteer Plaats commentaar