Noodzaak juridische infrastructuur: noodzakelijk voor functioneren vd markt (eindoms- en contractenrechten)
Marktmacht: tegengaan van te veel marktmacht in de vorm van kartels/oligopolies en onnatuurlijke monopolies.
Externe effecten: positieve externe effecten -> subsidie. Negatieve externe effecten: aan de markt laten of (lang tijdsframe, hoge kosten, veel betrokkenen en de markt lost het niet op) regulering.
Informatiescheefheid: voorbeeld zorgverzekeringen
Inkomensherverdeling en toegankelijkheid: voor regulering omdat mensen geen kans maken op de markt. Tegen regulering omdat door lobby en pressie dit zorgt voor versterking ongelijkheid.