Ze beschikken doorgaans over een ingewikkeld rijmschema, de laatste versregel van iedere strofe is identiek. Die versregel vormt het refrein en wordt gebruikt als titel voor het hele refrein Dat kan omdat deze herhaalde regel de kern van de strofe en het refrein dient samen te vatten Wie de refreinregel, de stok, kent, weet al ongeveer waarover het refrein zal gaan.