2. Offerte uitbrengen --> kredietwaardigheid wordt getoetst/kredietlimiet. Er wordt gekeken of er genoeg producten op voorraad zijn.
3. Order vastleggen en verwerken --> Betalingsachterstand? Available to promise (daadwerkelijk aanwezige goederen). Capable to promise (levertijdbepaling)
4. Leveren -->goederen uit magazijn. Vrachtbrief. Evt. internationale levering transport ook vastleggen: oorsprong administratief vergunning.
5. Factureren --> Nadat de goederen naar afnemer zijn verzonden. (Winst wordt nu geboekt matchingbeginsel).
6. Incasseren --> Krediettermijn in acht nemen. Bij weigering van betalen de volgende keer alleen tegen vooruitbetaling of rembours.