Noem het stappenplan dat het HvJ EU hanteert bij de beoordeling of een directe belastingmaatregel in het licht van de vrije verkeersbepalingen zoals opgenomen in het VWEU eruit ziet:

1. Heeft de belastingplichtige toegang tot het EU-recht? (grensoverschrijdende) (economische) activiteit, capaciteit
2. is er sprake van discriminatie (National Grid Indus) of een belemmering (Bosal)?
3. Objectieve rechtvaardigheidsgrond?
a) er moet sprake zijn van een legitieme doelstelling (algemeen belang, zoals fiscale coherentie). Een objectieve rechtvaardigheidsgrond kan alleen uit een doelstelling van het systeem zelf voortkomen, het wezen van belastingen (bewaken verdeling, misbruik voorkomen, dubbele heffing voorkomen), dus niet uit een extern doel als innovatie stimuleren.
b) de maatregel moet het doel dienen
c) het moet evenredig en proportioneel zijn (een minder bezwarende manier, moet gekozen worden als die er is).