Noem evidentie uit woord benoem taken voor Levelt's model van spraakproductie (en dus onderscheid tussen lexeem en lemma)

  • Proefpersonen kregen een plaatje te zien en moesten deze benoemen. Tegelijkertijd hoorde ze ook een woord (picture-word interference). Er waren drie condities van het woord wat ze hoorden:
    1. Semantisch gerelateerd - lemma niveau
    2. Fonologisch gerelateerd - lexeem niveau
    3. Ongerelateerd - baseline conditie


    Daarnaast waren er ook nog verschillende stimulus onset asynchronies tussen plaatje en woord;
    1. Woord voor plaatje
    2. Woord en plaatje tegelijkertijd
    3. Woord na plaatje 


    Het blijkt.. 
    • Dat de semantische distractor alleen vroeg effect heeft (dus alleen in het lemma stadium). Het is dus moeilijker om schroef te zeggen als je moer hoort; interference. 
    • En dat de fonologische distractor alleen laat effect heeft (dus in het lexeem stadium). Het is dus makkelijker om schroef te zeggen als je schroot hoort (facilitatie)

    Rapporteer Plaats commentaar