Noem enkele voorwaarden om in aanmerking te komen voor de kinderopvangtoeslag:

    • De ouder heeft een of meer kinderen en ontvangt voor deze kinderen kinderbijslag of een pleegouderbijlage. Krijgt de ouder geen van beide, dan moet de ouder per kwartaal minimaal een vastgesteld bedrag uitgeven aan het levensonderhoud van het kind.
    • De kinderen staan op het woonadres ingeschreven.
    • Het kind gaat naar een geregistreerde kinderopvangorganisatie. Dit kan een kinderdagverblijf zijn, een BSO of een geregistreerde gastouder die is aangesloten bij een geregistreerd gastouderbureau. Of de kinderopvang is geregistreerd, kun je opzoeken in het Landelijk Register Kinderopvang. De ouder komt niet in aanmerking voor kinderopvangtoeslag als het kind wordt opgevangen door vrienden en familie, naar een peuterspeelzaal of naar de tussenschoolse opvang gaat. Voor tussenschoolse opvang maakt het niet uit waar het kind tussen de middag overblijft: op school op bij een geregistreerde gastouder of kindercentrum. De ouder kan in geen van deze gevallen toeslag krijgen.
    • Het kind waarvoor de ouder kinderopvangtoeslag aanvraagt, zit nog niet op het voortgezet onderwijs.
    • De ouder of de toeslagpartner betaalt de kosten van de kinderopvang.
    • De ouder werkt, studeert, of volgt een traject om de kans op werk te vergroten of een inburgeringscursus.
    • De ouder heeft de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfsvergunning.
    • De ouder woont in Nederland, een ander land binnen Europese Unie of in Noorwegen, Ijsland, Liechtenstein of Zwitserland. Dit geldt ook voor eventuele toeslagpartner. 

    Rapporteer Plaats commentaar