Noem enkele voorbeelden van menselijk ingrijpen in een stroomgebied die negatieve effecten hebben op het overstromingsrisico.

Ontbossing en verstening zorgt ervoor dat de infiltratie van water in de bodem wordt vermindert en het overstromingsrisico dus hoger wordt. 
Bedijking en ontwatering zorgen ervoor dat er minder ruimte is voor de rivier, waardoor het overstromingsrisico hoger wordt.
Bemaling door landbouw zorgt voor bodemdaling door inklinking van de grond, waardoor de kans op overstroming stijgt en de kwel wordt versterkt.
Bebouwing in de uiterwaarden dient als obstakel die het water tegenhoudt. Dit gaat tegen het principe van ruimte voor de rivier in.