Noem enkele voorbeelden hoe je structuur kunt toepassen bij kinderen die overbeweeglijk zijn;

    • Hanteer duidelijke en eenvoudige gedragsregels met duidelijke positieve en aanmoedigende consequenties bij gewenst gedrag en negatieve consequenties bij ongewenst gedrag
    • Beperk de keuzenmogelijkheden van het kind. Laat het kind wel kiezen, maar bijvoorbeeld uit twee mogelijkheden.
    • Praat met het kind in korte duidelijke zinnen.
    • Geef korte opdrachten, liefst een tegelijk, die stap voor stap uitgevoerd kunnen worden. Doe eventueel voor en vraag het kind het op zijn eigen manier na te doen.
    • Bied structuur aan in het spel; bijvoorbeeld eerst samen met het kind spelen, daarna het kind alleen (met andere kinderen ) laten spelen.
    • Bied het kind niet te veel tegelijk aan en ruim tussentijds (samen) op.

    Rapporteer Plaats commentaar