Noem enkele voorbeelden hoe je stimulansen kunt toepassen bij kinderen die overbeweeglijk zijn;
Zorg voor afwisseling in de periode van activiteit en rust en ontspanning.
Geef ruimte, letterlijk en figuurlijk om te experimenteren en te bewegen.
Wanneer het kind motorisch onhandig is, bied dan groot spelmateriaal aan en speelmogelijkheden met bewegen in plaats van precieze spelletjes of materiaal voor fijne motoriek.
Leer het kind bewegingsspelletjes zoals schommelen en steppen, zodat het kind (eventueel via nadoen) een beteren coördinatie en beheersing krijgt.
Wanneer het kind slechts kort in staat is tot gestructureerd spel, maak dan een activiteitenprogramma (dat dagelijks herhaald kan worden) met een aantal gevarieerde spelletjes.
Vertel de ouders wat je doet om de beweeglijkheid in te dammen. Probeer te bereiken dat thuis onderdelen van je aanpak overgenomen worden.