Noem enkele verschillende breuktypen en geef daarbij een voorbeeld.

  • Echte breuken: breuken kleiner dan 1; 2/3, 3/7
    Stambreuken: echte breuken met als teller 1; 1/4, 1/55
    Gemengde getallen: breuken groter dan 1; 2½, 3¼
    Onechte breuken: breuken waarmee niet-vereenvoudigde gemengde getallen bedoeld worden; 19/6
    Samengestelde breuk: teller en noemer zijn zelf ook een breuk: 2.514 - 1,403: 1,1

    Rapporteer Plaats commentaar