noem enkele uitzonderingen op de regel dat en voorrecht geen derdenwerking heeft
- 3:287 heeft betrekking op situatie waarbij gelaedeerde A een vordering tot vergoeding van schade heeft op laedens B en B tegen aansprakelijkheid door derden is verzekerd. A heeft voorrecht op de vordering die B op de verzekeraar V heeft, althans voor zover de desbetreffende vordering tot vergoeding van de door A geleden schade betreft. A kan zijn vordering tot betaling op de vordering die B op V heeft verhalen zonder dat de rechten v derden op deze laatste vordering op hem kunnen worden tegengeworpen. A's voorrecht heeft dus derdenwerking. -rechtstreekse betaling van de verz mij aan slachtoffer bij faill dader is niet toegestaan, omdat benadeelde schuldeiser dient mee te dragen in algemene faill kosten, anders zou hij worden bevoordeeld