Noem enkele modellen die gezondheidsgedrag en gedragsverandering verklaren.

  • Health Beliefmodel:

    Individuele perceptie: 
    - veronderstelde vatbaarheid (persoonlijk risico) op ziekte;
    - veronderstelde ernst v.w.b. schade;
    - veronderstelde voordelen gedragsverandering;
    - veronderstelde barriéres die optreden bij uitvoeren gedrag;
    - self-efficacy (geloof dat benodigd gedrag uitgevoerd kan worden om de doelen te behalen).

    Aanzet tot actie:
    Directe aanleidingen, prikkels, signalen die ertoe bijdragen dat iemand gaat veranderen.

    Beïnvloedende factoren
    Diverse demografische en sociaaleconomische factoren beïnvloeden de perceptie van mensen en dus indirect het gezondheidsgedrag, deze factoren beïnvloeden dus de individuele perceptie.

    Transtheoretisch model:
     Dit model omschrijft gedragsverandering als een proces waarin mensen zes fasen doorlopen, volgens het model spelen in elke fase andere wensen en behoeften en rol waar je rekening mee zou moeten houden. 

    - Precontemplatie: geen intentie om de komende zes maanden in actie te komen;
    - Contemplatie: intentie om de komende zes maanden in actie te komen;
    - Preparatie: intentie om de komende dertig dagen in actie te komen, men heeft al wat gedragsmatige stappen gezet in deze richting;
    - Actie: er is veranderd gedrag (minder dan zes maanden);
    - Consolidatie: er is veranderd gedrag (meer dan zes maanden);
    - Terminatie: geen verleiding terug te vallen en 100% vertrouwen.

    Theory of Reasoned Action en Theory of Planned Behaviour:

    Volgens de TRA is de intentie om bepaald gedrag uit te voeren de belangrijkste voorspeller van het gedrag zelf. Men gaat er vanuit dat attitudes intenties van mensen beïnvloeden. 

    Attitude ten opzichte van het gedrag:hierbij zijn twee factoren belangrijk, de inschatting over de uitkomsten van het gedrag en de beoordeling en of evaluatie van de verwachte uitkomsten van het gedrag. 

    Subjectieve norm ten opzichte van het gedrag:de mate waarin men denkt dat bepaald gedrag door anderen belangrijk wordt gevonden. Hierin speelt de inschatting van wat anderen vinden van het gedrag en de motivatie van de persoon om zich te schikken naar die beoordeling een rol. 

    Waargenomen gedragscontrole (TPB):hierbij gaat het over de mate waarin men denkt controle te hebben over het eigen gedrag. Dit heeft te maken met de aan- of afwezigheid van facilitators en barriéres, hierbij weeg je voor iedere afzonderlijke factor af wat de verwachte impact is om gedrag te kunnen faciliteren of af te remmen. 

    Integrated behaviormodel (latere aanvulling op TRA en TPB): 
    - intentie voor gedrag, maar zal ook kennis en vaardigheden moeten hebben om dit gedrag uit te kunnen voeren;
    - er moeten geen of weinig beperkende omgevingsfactoren zijn die de uitvoering in de weg staan;
    - het gedrag moet salient zijn voor de persoon;
    - door uitvoering van het gedrag moet er een gewoonte van te maken zijn, waardoor de intentie een minder belangrijke voorspeller wordt voor het gedrag.

    Rapporteer Plaats commentaar