Noem enkele idegrafische kenmerken die voorkomen in de periode van de gecodeerde werkelijkheid?
- kopvoeter - wanordelijke plaatsing - grondlijn - kubistisch tekenen (bijv omgeklapte neus want zo is de vorm kenmerkend) - plattegrond oplossing voor ruimte door landschap van boven te tekenen. - omklapping - doorzichtigheid - afzonderlijke plaatsing - haaks contrast (schoorsteen haaks op schuin dak) - overlapping en afsnijding - exemplariteit (codering om vader van moeder te onderscheiden, bijvoorbeels een pijp voor vader en lange haren voor moeder) - belangrijkheid en verdringing (visser heeft een arm nodig voor de hengel) - schrijfhelling (natuurlijke afwijking bij het trekken van een lijn, schuin aflopend) - kleuren in codering