• Visueel associatiegebied (het visueel waarnemingsvermogen) • Gebied van Broca (het produceren van gesproken taal) • Frontale Cortex (het abstract denken en problemen oplossen) • Temporale Cortex (het onthouden van feiten) • Gebied van Wernicke (het begrijpen van taal) • Motorische Cortex (het besturen van de ledematen)