Noem en omschrijf 7 manieren waarop beslissingen genomen kunnen worden:

1. Autoriteit, de eenmansregel waarbij de beslissing door één functionaris wordt genomen.
2. Delegatie, het nemen van een besluit wordt bij een persoon of een groep gelegd.
3. Democratische besluitvorming, hierbij geldt dat de helf plus één stem de uitslag bepaalt.
4. de meerderheidsregel, gaat op als bij een groepsbesluit tweederde van de groep achter de maatregel staat.
5. de Consentregel, houdt in dat de meerderheid voor de maatregel is en de rest niet pertinent tegen het besluit is.
6. de unanimiteitsregel reikt het verst, iedereen moet zich achter het besluit stellen.
7. bij het Vetorecht geldt één tegenstem als een afstemming.