Noem eigenschappen van mechanistische en organistische archetypen

    1. werkverdeling: Hoog: Veel functies zijn precies gedefinieerd en gericht op kleine onderdelen van het werk (M). Laag: functies zijn globaal georganiseerd en kunnen meerdere taken uitoefenen (O)
    2. Hierarchie: Veel lagen, steil (M), Plat, weinig lagen (O)
    3. Span of Control: Smal (M), Breed (O)
    4. Eenheid van gezag/Schaalprincipe: Strikt (M), Minder strikt (O)
    5. Standaardisatie/formailisatie: Hoog, veel regels, procedures om gedrag te sturen(M), Laag, waarden en algemene principes worden gebruikt om gedrag te leiden, weinig regels(O)
    6. Besluitvormingsgezag: Gecentraliseerd(M), Gedecentraliseerd(O)    

    Organistische organisaties zijn veel flexibeler. Grote organisaties zijn vaak mechaniser

    Rapporteer Plaats commentaar