Noem eens 6 fase-overgangen.

  • -smelten: vaste stof wordt vloeibaar. vb. ijs wordt water.-verdampen: vloeistof wordt gas. vb. water wordt waterdamp.-condenseren: gas wordt vloeistof. vb. waterdamp wordt water-stollen: vloeistof wordt vaste stof. vb. vloeibaar kaarsvet wordt vast.-rijpen: waterdamp wordt ijs. vb. water wordt ondoorzichtbaar kristal.-sublimeren: vaste stof wordt waterdamp. vb. sneeuw wordt waterdamp.

    Rapporteer Plaats commentaar