Noem een voorbeeld waarvan men vond dat voor bepaalde maatregelen een parlement nodig was.

De belastingen. Tijdens de periode van de honderdjarige oorlog met Frankrijk (1337-1453) kon de vorst de landsuitgaven niet meer uit zijn traditionele inkomsten voldoen en legde hij bepaalde heffingen op met name in overleg met het Lagerhuis (House of Commons), want wat die gemachtigden van steden en platteland in vereniging hadden toegezegd, kon individueel niet geweigerd worden. Deze regelmatige invordering resulteerde in constitutioneel recht. Er vond dus vanaf de 14e eeuw een groot deel van wat wij wetgeving zouden noemen langs de parlementaire weg plaats. Er was toen nog geen onderscheid tussen rechtspraak, bestuur en wetgeving. Een wet kwam toen tot stand doordat de koning goedkeuring verleende aan door het parlement aangeboden verzoekschriften. (Vorst en koning zijn twee verschillende begrippen)