Noem een voorbeeld voor alle 3 de levels van cultuur zoals die beschreven zijn door Hall.
Tertiair: Traditionele kleding (bv klederdracht), Feesten (sinterklaas), Keuken (stampot), tulpen, windmolens seculdair: bord aflikken is in de ene cultuur een blijk van wardeering en in de andere cultuur onbeschoft. primair: oudere vrouw hoort kinderen te hebben en eigenlijk ook oma te zijn.