Noem een voorbeeld van voorwaardelijke opzet.

  • Je schiet de verkeerde persoon, je schiet per ongeluk, kan toch opzet zijn, want je pistool was geladen en je had het geladen pistool meegenomen in een café.
    • De kans is aanmerkelijk aanwezig dat het gevolg intreed.
    • Je aanvaardt de kans = willens en wetens.
    • Je wil het gevolg niet, maar het gevolg had je voorzien en toch ga je door = opzet.
    • Bepaald gevolg aanwezig = opzet.
    • Bewust = willen.

    Rapporteer Plaats commentaar