noem een voorbeeld van redelijkheid en billijkheid  in een arrest?

  • Rb. Leeuwarden 10.12.1919 
    Een beschuldigd van diefstal moest bij de rechtbank komen. De verdachte had op de veemarkt een onbeheerde koe zien staan. Hij was naast die koe gaan staan, had de koe verkocht en het geld in zijn zak gestoken.  De vraag was of dit als diefstal kan worden gezien. In artikel 310 Sr. staat dat er alleen sprake is van diefstal als het goed ook is weggenomen. Tot dusverre was de term wegnemen altijd letterlijk opgevat: van de ene plaats naar de andere brengen. De verdachte had de koe niet in deze letterlijke zin weggenomen. Dat had de nietsvermoedende koper gedaan. 
    De rechtbank oordeelde dat het gedrag van de verdachte wel onder wegnemen viel. de betekenis werd dus verruimd. 

    Rapporteer Plaats commentaar