Noem een voorbeeld van een arrest waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat er sprake is van wederzijdse dwaling, en schets kort de inhoud

  • Arrest: De kantharos van Stevensweert

    De feiten:

    Schoonenberg verkoopt voor 125 gulden een zilveren beker aan Brom. Later blijkt deze beker de Kantharos van Stevensweert te zijn, een archeologisch pronkstuk van onschatbare waarde. Schoonenberg geeft aan dat hij de koopovereenkomst met Brom nooit gesloten zou hebben indien hij de werkelijke waarde van de beker had geweten. Hij beroept zich derhalve op dwaling en vordert vernietiging van de koopovereenkomst.


    De rechtsvraag:

    Kan Schoonenberg zich in de gegeven omstandigheden met succes op dwaling beroepen?


    Overweging:
    De Hoge Raad overwoog dat indien iemand een hem toebehorende zaak van de hand doet tegen een tegenprestatie hij daarmee in het verkeer geldende opvattingen het risico neemt dat de zaak achteraf van een grotere waarde blijkt te zijn. Dit betekent echter niet dat vernietiging geheel uitgesloten wordt. Indien er in de casus omstandigheden zijn die vernietiging rechtvaardigen, is vernietiging mogelijk. Vernietiging was dus in principe mogelijk geweest indien Brom van de onschatbare waarde af had geweten maar Schoonenberg tijdens de koop niet had ingelicht. In deze casus zijn er echter geen omstandigheden die vernietiging rechtvaardigen.


    Rechtsregel:

    In beginsel is de verkoop van zaken die iemand toebehoren voor het risico van de verkoper, verkopersdwaling.


    Relevante artikelen:

    6:228 BW:
    Lid 2: De vernietiging kan niet worden gegrond op een dwaling die een uitsluitend toekomstige omstandigheid betreft of die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende behoort te blijven.

    Rapporteer Plaats commentaar