Noem een voorbeeld arrest over de niet-ontvankelijkheid v.h. OM:

HR 05-12-1989, NJ 1990, 719 De gepasseerde raadsman. De verdachte was in deze zaak in eerste aanleg vrijgesproken van een zedendelict. De OvJ heeft daarna aan de politie verzocht om een aantal getuigen opnieuw te horen. De raadsman werd daar niet bij uitgenodigd. Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde deze gang van zaken in dit concrete geval in strijd met de beginselen van behoorlijke procesorde. En het verbond aan deze onrechtmatigheid het gevolg dat het OM niet-ontvankelijk werd verklaard. Het hof nam aan dat de desbetreffende getuigen na het politieverhoor volgend op de terechtzitting in 1e aanleg niet meer onbevangen zullen verklaren. Daarom zou waarheidsvinding ter terechtzitting in hoger beroep aanmerkelijk bemoeilijkt zijn.