Noem een viertal vormen van coderen, en omschrijf deze kort (inclusief locatie in het communicatiemodel).
Informatiecodering (bron): het representeren van informatie door tekens uit het alfabet.
Broncodering (zender): Twee mogelijke stappen: - de analoog-digitaalomzetting (niet nodig wanneer het al digitaal is, of als er met een analoog signaal verder gewerkt wordt) - compressie (het verwijderen van overtollige informatie)
Kanaalcodering (zender) Het toevoegen van extra informatie om eventuele fouten tijdens de verzending te kunnen corrigeren.
Encryptie (bron en/of zender) Het versleutelen van informatie zodanig dat derden deze niet meer kunnen interpreteren.