Noem een belangrijke overeenkomst en twee belangrijke verschillen tussen de rechtsmacht van het EHRM en  die van het Mensenrechtencomité van de VN.

  • Belangrijke overeenkomsten:

    Er bestaat bij beide organen een individueel klachtrecht en een statenklachtrecht.

    Alle nationale rechtsmiddelen moeten zijn uitgeput voordat een klacht ontvankelijk is bij het Hof en het VN-Mensenrechtencomité (zie artikel 35 lid 1 EVRM en artikel 5 lid 2 sub b Facultatief Protocol IVBPR).

    Belangrijke verschillen:

    Het EHRM oordeelt over de vraag of een schending heeft plaats gevonden van het EVRM en de bijbehorende protocollen. Het Mensenrechtencomité oordeelt over de vraag of een schending heeft plaats gevonden van het IVBPR.

    Volgens het EVRM zijn de staten verplicht onderworpen aan het individuele klachtrecht, volgens het IVBPR is dat facultatief.

    Samenloop en opeenvolging: Artikel 35 lid 2 sub b EVRM sluit samenloop en opeenvolging van procedures met het IVBPR uit. Artikel 5 lid 2 onder a Facultatief Protocol IVBPR sluit samenloop van procedures met het EVRM uit, maar opeenvolging niet.

    Het Comité kan, in tegenstelling tot het EHRM, geen bindende beslissing nemen maar alleen zijn mening (‘inzichten’) geven omtrent de inhoud van de klacht (zie artikel 46 lid 1 EVRM en artikel 5 lid 4 Facultatief Protocol IVBPR)

    Rapporteer Plaats commentaar