Noem een argument waaruit blijkt dat onderzoek met neuropsychologische instrumenten minder geschikt is om ADHD (DSM) te classificeren dan met behulp van klachtanalyse en een gestructureerd interview.

  • 1. Neuropsychologisch onderzoek is geschikter voor verklarend onderzoek dan voor onderkennend onderzoek.
    2.Het gaat met name om de ecologische validiteit:
    - Onder aandachtstekort gaat het binnen de DSM bijvoorbeeld om de afleidbaarheid ten aanzien van uitwendige prikkels. Een PO-context is doorgaans prikkelarm gemaakt dat vooral interne prikkels nog voor afleiding kunnen zorgen.
    -Verder stelt de DSM naast moeite om de aandacht bij taken of spel te houden en achteloos gemaakte fouten in het schoolwerk, dat een kind vergeetachtig is bij allerlei dagelijkse bezigheden, niet lijkt te luisteren als je hem direct aanspreekt en dingen kwijtraakt. Dat betreft vooral een alledaagse en soms ook sociale onoplettendheid die je niet gelijk mag stellen aan het wel of niet opmerken van specifieke stippatroontjes of bepaalde tekens op een computerscherm.
    -Over het tweede cluster aan symptomen (de motorische en verbale hyperactiviteit); dit heeft binnen neuropsychologisch testonderzoek geen plaats (observaties tijdens testafname zijn wel interessant)
    - De derde categorie binnen de DSM ten slotte, de impulsiviteit, gaat over het verstoren van andermans bezigheden en je daarin opdringen, moeite hebben om op je beurt te wachten en mensen in de rede vallen met antwoorden voordat ze gelegenheid hebben gehad hun vraag af te maken. Af te lezen aan deze criteria, gaat het dus vooral om een soort ‘sociale impulsiviteit’, wat je niet zomaar gelijk kunt stellen aan of een kind zichzelf al dan niet op een taakje verbetert nadat het in de snelheid al een figuurtje had aangestreept of een knop had ingedrukt zonder eerst goed gekeken of nagedacht te hebben.

    Rapporteer Plaats commentaar