Noem een aantal regels om zelfstandige naamwoorden in het meervoud te zetten.
1. Veel woorden krijgen -en; deuren, ramen 2. Woorden met een korte klinker krijgen vaak verdubbeling medekl.; kippen 3. Veel woorden op a,i, o, u of y krijgen 's. Dus niet -e 4. Woorden als cafés, essays, mileus, niveaus, zonder omdat geen vrerkeerde uitspraak mogelijk.
5. Woorden op stomme e, krijgen een -s horloges 6. Veel woorden op stomme e, kunnen met -s of -en; groentes 7. Veel woorden op ie, krijgen trema "n of ën; molodieën 8. Sommige woorden krijgen stapelmeervoud, -er+-en; kinderen 9. Woorden op -is en -us, schrijf je met -ss; notarissen, kubussen 10. Woorden op el, em, es, et, ik, il, it of -um zonder klemtoon daarop, krijgen geen verdubbeling slotmedeklinker. Met klemtoon juist wel; bacil/bacillen 11. Sommige woorden veranderd f in v en s in z; rozen, brieven 12. Een aantal uit een andere taal heeft meervoud op a en op s; musea/museums, data, datums.