Noem een aantal prikkels en factoren die de prikkels tot stand brengen
Passende/adequate prikkel; zintuig die voor gevoelig zijn voor één soort prikkel bijvoorbeeld licht of geluid Prikkeldrempel; de minimale sterkte die een prikkel nodig heeft om tot actie over te gaan De onderscheidsdrempel; het verschil in gewicht of smaak waarnemen Prikkelgevoeligheid; het oog en het oor heeft tot een bepaalde hoogte prikkelgevoeligheid Het aanpassingsvermogen; heet ook wel adaptatie. Als een prikkel langdurig bestaat nemen we die niet meer waar Aandacht voor een prikkel; wanneer we afgeleid worden reageren we niet op een prikkel