noem een aantal innerlijke complicaties en belemmeringen in de uitvoeringsfase.

  • 1. weerstand. het is belangrijk dat de cliënt zelf de argumenten voor    gedragsverandering onder woorden gaat brengen en het belang daarvan    gaat voelen. een hulpverlener kan bij weerstand beter meebewegen. 
    2. overdracht   bij overdracht projecteert de cliënt als het ware 'oude'gevoelens op de    hulpverlener. dit kan de hulpverlening belemmeren bijv. voortdurend    bevestiging zoeken bij de hulpverlener, tussen sessies door bellen of    overstuur raken wanneer de hulpverlener op vakantie gaat. 
    3. tegenoverdracht.   heeft te maken met de belevingswereld van de hulpverlener. gedachten en   gevoelens die de hulpverlener  ten aanzien van de cliënt koestert

    Rapporteer Plaats commentaar