Vaten: snelle vasoconstrictie van arteriolen, proliferatie van de gladde musculatuur Hart: hypertrofie, dit leidt tot remodeling van het hart Nieren: vasoconstrictie van de arteriolen, hogeren Na+ resorbtie in de proximale tubulus, vermindering afgifte renine Bijnier: verhoging aldesteron en adrenaline afgifte Centraal zenuwstelsel: meer vasoperssine afgifte, dus minder urine. Meer dorst.