Noem een aantal cues voor diepte die zowel in de tweedimensionale wereld als in de echte wereld bestaan.

  • - Interpositie/occlusie: objecten die andere objecten overlappen geven aan dat ze voor het object staan
    - Relatieve grootte van herkenbare objecten: aan de hand van de grootte van objecten kun je opmaken dat het ene object verder weg staat dan het andere (vb. een berg is veel groter dan een mens, toch is de mens op de afbeelding groter, de berg moet dus verder weg staan)
    - Lineair perspectief :  zodra een aantal lijnen lijken samen te komen in een punt achter de horizon, wordt een sterke indruk van diepte gewekt.
    - Textuurgradiënt: Een afname in grootte en ruimte tussen textuurelementen geeft aan dat iets verder weg lijkt te staan  
    - Positie ten opzichte van de horizon: als elementen dichter bij de horizon staan zijn ze verder weg gelegen in de scene.
    - Lichtval/ schaduw op oppervlaktes: We gaan er automatisch van uit dat licht van boven komt en zullen daarom de lichte stukken als bovenkant zien en de schaduwkanten als onderkant.

    Rapporteer Plaats commentaar