Noem drie waarnemingstheorieën met betrekking tot vertekende waarneming en leg kort uit.

    • Stereotypen → vooroordelen zijn vaak gebaseerd op stereotypen; 'generaliserende voorstellingen waarbij een individueel groepslid alle kenmerken van zijn groep krijgt toegekend'. Geen verschillen tussen leden, ontstaat vaak bij spanningen tussen groepen en kunnen leiden tot discriminatie en conflicten. Kunnen worden ontkracht maar zijn hardnekkig.
    • Stigmatisering → bijzondere vorm van stereotypen; 'een maatschappelijk brede en gangbare afwijzing en negatieve beoordeling van groepen die zich in een relatief kwetsbare sociale positie bevinden'. Vergroot de kans op discriminatie en vooroordelen, stigma kan als selffulfilling prophecy werken (Marokkaanse boefjes), taalgebruik heeft invloed op stigmatisering (woord allochtoon) en kan werken als uitsluitingsmechanisme.
    • Attributietheorie → gaat ervan uit dat mensen bij het waarnemen van verschijnselen om hen heen steeds tot een geordende waarneming komen, aan waarneming wordt snel een waarschijnlijke oorzaak verbonden; attributies. Berusten op vermoedens op basis van vooroordelen, stereotypen of eigen ervaring. Belangrijkste onderscheid in toekennen va attributies is intern/extern.

    Rapporteer Plaats commentaar