Noem drie verschillende opvoedstijlen en leg deze uit

a. Een autoritaire opvoedingsstijl kenmerkt zich door het hanteren van duidelijke en strenge regels, door strikte controle op die regels en door het consequente gebruik van straffen. Er is sprake van een duidelijke gezagsverhouding. De opvoeders bepalen de regels.
b. Een permissieve opvoedingsstijl kenmerkt zich door een gebrek aan eisen (regels) die aan het gedrag van het kind gesteld worden. Er is daarom ook gen controle nodig. Het kind kan zelf heel veel bepalen en er is weinig toezicht. Eigenlijk is er nauwelijks sprake van opvoeden.
c. Een ondersteunende opvoedingsstijl kenmerkt zich door het uitleggen van het waarom van de eisen (regels) die aan het kind gesteld worden. De opvoeders geven de mogelijkheid om over die eisen een eigen mening te geven en zeker als de kinderen ouder zijn, zullen de opvoeders rekening houden met de mening van de kinderen. Op het naleven van de regels wordt controle uigeoefend. Er wordt eerder gebruikgemaakt van belonen van het juiste gedrag dan van het bestraffen van overtredingen.