Noem drie verklaringen voor de grote historische en geografische verschillen in moordcijfers.
1. Veronderstelling dat hoge moordcijfers samenhangen met grote inkomens- ongelijkheid en extreme armoede in een land (sociologische straintheorie). 2. Dodelijk crimineel geweld vormt een onderdeel van een overlevingscultuur in de sloppenwijken van de grote steden in de derde wereld (sociologische subcultuurtheorie). 3. Verschillen in gelegenheid tot het plegen van moord en doodslag, zoals bezit van vuurwapens.