Noem drie theorieën hoe mensen informatie in het korte-termijn geheugen zoeken 

1. Parallel search theorie: Alle items zijn ongeveer tegelijkertijd in het korte-termijn geheugen beschikbaar en zijn in parallel toegankelijk. Dus de inhoud van het korte-termijn geheugen zou dan bewust zijn. De hoeveelheid informatie zou dan niet moeten uitmaken voor de reactietijd, want alle informatie is parallel toegankelijk.
2. Serial self-terminating search: Hierin worden de items één voor één afgegaan. Wanneer mensen het target item hebben stopt de zoektocht. De reactietijd moet dus toenemen naarmate de informatie meer wordt. “Nee” antwoorden kosten langer, omdat sowieso de hele set doorzocht moet worden. Dus bij een bevestigend antwoord heb je een snellere reactietijd dan bij een ontkennend antwoord.
3. Serial exhaustive search: Hierin wordt weer gesteld dat mensen de items één voor één afgaan, maar hierin stoppen mensen niet als ze het goede item hebben gevonden. Dit zorgt er dus ook voor dat wanneer de set langer wordt de responsietijd toeneemt, maar omdat je niet stopt met zoeken als je het target hebt gevonden is er geen verschil bij bevestigende of ontkennende antwoorden.