Noem drie stromingen binnen de pedagogiek en leg ze kort uit (2.6)

  • 1. autoritaire stroming
    • opvoeder verwacht dat kinderen gehoorzamen. Eenrichtingsverkeer: opvoeder weet hoe het moet en kind volgt op. Niet luisteren -> straf. Tijdsbeeld: midden vorige eeuw.

    2. laissez-faire stroming
    • Tegenreactie op autoritaire stroming in jaren 60 vorige eeuw. Kinderen vrijlaten want zij voedden zichzelf en elkaar wel uit. Alleen ingrijpen als het ernstig uit de hand liep. Anarchistisch ingestelde opvoeders.

    3. democratische stroming
    • Reactie op 'laissez faire'. Kinderen moeten zoveel mogelijk vrijgelaten worden maar er zijn grenzen. Kinderen hebben inspraak in hun eigen opvoeding. Stimuleren van meningsvorming en daarmee positieve zelfbeeld van kinderen bevestigen. Elk kind individuele aandacht op het eigen niveau. Opvoeders behandelen kinderen met respect en stimuleren hen op een positieve manier. Belonen belangrijker dan straffen. Het volgen van de ontwikkeling en pas extra stimulering indien dit nodig is. 

    Rapporteer Plaats commentaar