Noem drie soorten parameters die werken volgens het kopieerconcept en leg het mechanisme hiervan uit.

  • Copy-in parameter (= value parameter)
    - Wanneer een procedure wordt aangeroepen, dan wordt er een lokale variabele gecreëerd en geinitialiseerd met het argument en de waarde. Binnen in de procedure kan deze lokale variabele geïnspecteerd en geupdate worden. Het updaten van de lokale variabele heeft geen effect buiten zijn procedure.

    Copy-out parameter (result parameter)
    In dit geval moet het argument een variabele zijn. Wanneer de procedure aangeroepen wordt, wordt er een lokale variabele gecreëerd, maar niet geinitialiseerd. Wanneer de procedure returned, wordt deze lokale variabel toegewezen aan de argument variabele.
    Dit is een mirror-image van een copy-in parameter

    Copy-in-copy-out parameter (value-result parameter)
    Combineert copy-in en copy-out parameter.
    In dit geval moet het argument een variabele zijn. Wanneer de procedure aangeroepen wordt, wordt een lokale variabele gecreëerd en geinitialiseerd met het argument variabele current waarde. Wanneer de procedure terugkeert, die lokale variabele final waarde wordt toegewezen terug aan de waarde van het argument

    Rapporteer Plaats commentaar