Noem drie relatief veel voorkomende stollingsstoornissen.

    • Hemofilie A: hierbij ontbreekt door een genetische variatie stollingsfactor VIII. Dit heeft vooral gevolgen voor de intrinsieke route. 
    • Hemofilie B: hierbij ontbreekt factor IX, eveneens deel uitmakend van de intrinsieke bloedstolling.
    • De ziekte van Von Willebrand: hierbij is de hechting van trombocyten aan de vaatwand verstoord.

    Rapporteer Plaats commentaar