Noem drie omstandigheden waaronder aan de minimaal vereiste onderworpenheid van de reëleheffingstoets ex art. 13 lid 11 onderdeel a is voldaan (Cursus).

  • 1. De winstbelasting heeft een regulier tarief van ten minste 10%. Er zijn geen bijzondere grondslagafwijkingen of andere afwijkingen; 2. De winstbelasting heeft een regulier tarief van ten minste 10% en er zijn wel bijzondere grondslagafwijkingen of andere afwijkingen, maar het is aannemelijk dat de effectieve druk ten minste 10% is. 3. De winstbelasting heeft een regulier tarief van minder dan 10%, maar het is aannemelijk dat de effectieve druk ten minste 10% is.

    Rapporteer Plaats commentaar