1. noem drie mogelijke oplossingen om met de validiteit van interculturele diagnostiek om te gaan. Noem deze en geef per oplossingmistens één reden die vóór en één reden die tegen deze oplossing pleit. 

  • cultuurvrije tests
    1. Vóór: is niet afhankelijk van taal of cultuurgebonden beelden, bijvoorbeeld zoals complex taalgebruik en spreekwoorden (die relatief laat in het ontwikkelen van taalvaardigheid worden aangeleerd).
    2. Tegen: geen enkele test is geheel cultuurbrij.
    3. Gebruik standaardtests
    1. Vóór: ook standaardtests, afgenomen bij allochtonen, hebben voorspellende waarde. 
    2. Tegen: Het gaat niet altijd om toekomstig gedrag, maar ook om huidig functioneren (klinische praktijk). Vaak is ook “wat er voorspeld wordt” in termen van toekomstig gedrag cultuurgebonden.

    1. Gebruik alleen interviews en gedragsobservaties
    1. Vóór: validiteit van tests bij andere culturele achtergronden speelt geen rol meer. 
    2. Tegen: je bent nu volledig gewezen op de “klinische blik”, ervaring en vaardigheden van de diagnosticus. Het validiteitsprobleem verschuift zich naar een algemeen validiteitsprobleem: subjectiviteit van de diagnosticus. 

    Rapporteer Plaats commentaar