Noem drie grote speekselklieren

- oorspeekselklier; gelegen voor de uitwendige gehoorhang, de klier mondt met een lange afvoerbuis uit in het wangslijmvlies van de bovenkaak.
* wanneer deze klier ontstoken is door het bof virus, is er sprake van bof. Ook wanneer een patient weinig speeksel produceert kan deze klier ontsteken.

- ondertongspeekselklier; deze is gelegen in de mondbodem aan de onderzijde van de tong. Deze klier bezit vele kleine afvoergangen(ongeveer 40) die onder de tong uitmonden, en een grote afvoergang die uitmondt achter de snijtanden van de onderkaak.

- onderkaakspeekselklier; gelgen tegen de binnenzijde van de onderkaak, deze klier heeft een lange afvoergang, die uitmondt op de verdikking op de mondbodem achter de onderste snijtanden; dus hetzelfde als bij de ondertongspeekselklier