Noem drie belangrijke filosofen die kritiek hadden op het absolute koningschap en beschrijf hun kritiek.

  • Volgens John Locke (1632-1704) was de wet voor iedereen gelijk en ook voor de vorst. De vorst mocht de wetten niet schenden. Montesquieu (1689-1755) vond de Engelse manier van regeren via een volksvertegenwoordiging beter dan het absolutisme in Frankrijk. Volgens zijn trias politica moest er een driedeling van de macht komen: een wetgevende macht, een uitvoerende macht en een rechterlijke macht. Rousseau (1712-1778) waren alle mensen vrij en gelijk en hij werkte het idee van volkssoevereiniteit uit. De koning had zijn bestuursmacht van het volk gekregen en niet van God en de wil van de meerderheid was het belangrijkste.

    Rapporteer Plaats commentaar
  • Volgens John Locke  was de wet voor iedereen gelijk en ook voor de vorst. De vorst mocht de wetten niet schenden. Montesquieu  vond de Engelse manier van regeren via een volksvertegenwoordiging beter dan het absolutisme in Frankrijk. Volgens zijn trias politica moest er een driedeling van de macht komen: een wetgevende macht, een uitvoerende macht en een rechterlijke macht. Rousseau  waren alle mensen vrij en gelijk en hij werkte het idee van volkssoevereiniteit uit. De koning had zijn bestuursmacht van het volk gekregen en niet van God en de wil van de meerderheid was het belangrijkste.

    Rapporteer Plaats commentaar