noem drie belangrijke begrippen bij de concreet opereationele periode.
Horizontal decalage: Piagetaans concept dat vergelijkbare vermogens zich niet gelijktijdig
binnen een stage ontwikkelen. Kinderen worden eerst goed in dingen die erg
opvallend en zichtbaar zijn zoals aantal
en later dingen die niet zo visueel zijn zoals volume.
Sommige Piagetaanse
taken vereisen dat kinderen redenen over relaties tussen categorieën. Een zo’n
soort taak is:
Seriation :concrete
operatie om stimuli op volgorde te zetten langs een kwantitatieve
volgorde
(Vb. lengte).
Vaak hebben
kinderen moeite hiermee, omdat ze bodem vergeten mee in acht te nemen, dus
alleen naar
de top van een potlood kijken of ze maken bepaalde groepen van korte en lange
objecten,
zonder dat alle objecten nu op de juiste volgorde van klein naar groot liggen.
Transitivity: de vaardigheid om logisch
relaties te combineren om bepaalde conclusies te
begrijpen.
Volgens Piaget begrijpen kinderen in deze fase dat als A langste stokje is, B