- Temporele attribuut. Het moment waarop we iets opgeslagen hebben. - Ruimtelijke attribuut. Als je je bv probeert te herinneren waar bepaalde informatie staat geschreven. Voor of achterin een boek, onder of boven de pagina. - Tot de associatieve, niet-verbale attributen, behoort de affectieve associatie. Informatie die ons bereikt, krijgt vaak gevoelswaarde, die wordt in ons geheugen geregistreerd. Door de eraan gekoppelde gevoelswaarde, kan informatie makkelijk worden teruggevonden.