Noem de voor- en nadelen van de 4 niet-rationele besluitvormingsprocessen
Neorationeel: V= Duidelijk/1 gezichtspunt N= Weinig betrokkenheidBureacratisch: V=Je weet waar je aan toe bent N= Staat vernieuwing in en kan ervaringen uit de weg. verleden mee nemen. Politiek : V= Iedereen kan invloed uit- N= Kost veel tijd/energie. oefenen. Open Eind : V=Flexibel en stimuleert N= Beperkte effectiviteit. creativiteit.