Noem de vijf fasen die een groep doorloopt en leg deze uit. 

Oriëntatiefase: 
er is sprake van onzekerheid binnen de groep, waardoor de groepsleden zich behoedzaam gedragen. Zo achterhalen zij beter wat de opvattingen, wensen en gedragingen van de andere groepsleden zijn. 
- Formele groepen: Leider bekend, Doel is vast en de groepsleden zullen zich op de bestaande leider richten. 
- Informele groepen: Groepen waarbij geen leider bekend. Hier is het belangrijk dat groepsleden niet meteen elkaars wensen en uitgesproken gedrag te vertonen. Dit kan invloed hebben op de kijken van de groepsleden. 


Conflictfase:
Men durft zich opener naar elkaar te stellen over wat ze willen, waardoor er tegenstellingen ontstaan. Het is hier belangrijk om duidelijke afspraken te maken. Conflicten kunnen vermeden worden, maar zijn belangrijk om verder te ontwikkelen. --> proces van gissen en missen 

Stabilisatiefase:
Groepsleden zijn in staat openlijke tegenstellingen te bespreken en tot tevredenheid op te lossen. Wet van effect: Gedragingen die bijdragen aan doelen van groepsleden, zullen positief worden ontvangen. Positieve bijdragen worden herhaald en dragen bij aan herkenbaar patroon en stabilisering. 

Prestatiefase:
Er is overeenstemming over welke doelen ze willen behalen en de manier waarom ze willen samenwerken. er is meer tijd voor uitvoerende werk. 

Beëindigingfase: 
Als de groep niet in het conflictfase blijft hangen komen zij uiteindelijk tot de beëindigingfase waarin de doelen zijn bereikt. De groep zal of een nieuw doel starten of uit elkaar gaan.